Op een dag ontmoet een professor Wiskunde een oud-studente van hem. Bij hun hernieuwde kennismaking blijkt dat ze beiden jarig zijn, en wanneer de professor zijn leeftijd vernoemt zegt de oud-studente dat hij juist tweemaal zo oud is als zij. Daarop zegt de professor: "Dan ben jij ook een zondagskind!"

De professor is in de 20e eeuw geboren en is jonger dan 100 jaar op het tijdstip van de ontmoeting. De ontmoeting kan op eender welk plausibel tijdstip in de 20e of 21e eeuw hebben plaatsgehad. Hoe oud is de professor op het tijdstip van de ontmoeting ?

Een vrouw viert vandaag haar verjaardag, haar nieuwe leeftijd is een even getal. Over tien jaar is zij minstens vier keer ouder dan haar dochter. 33 jaar geleden was de leeftijd van de vrouw maximaal acht keer groter dan de leeftijd van de dochter op dit moment. De leeftijd van de vrouw plus zes keer de leeftijd van de dochter is kleiner dan 30.

Hoe oud is de vrouw geworden?
Waarom kan de dochter niet op de verjaardag van haar moeder komen?

Een zeer bemiddelde dame gaat met een zak geldstukken (niet meer dan 400) naar de stad. Ze ontmoet daar 4 zwervers. De eerste zwerver geeft ze 4 geldstukken plus 1/4 deel van wat ze daarna nog over heeft. Hetzelfde gebeurt bij de tweede, derde en vierde zwerver. (De deling gaat dus telkens precies op). Met hoeveel geldstukken ging de dame op pad?