Een man loopt een doe-het-zelf zaak binnen. "Hoeveel kost een van deze?", vraagt hij aan de winkelier. "Vijfentwintig cent", antwoordt de winkelier. De man vraagt: "Hoeveel is het voor 28?" "Vijftig cent." Verbaasd vraagt de man: "Hoeveel is het dan voor 256?" "Nou slechts 75 cent." De man: "Ok, maar hoeveel voor 1024?" De winkelier zegt: "1024 krijg je mee voor 1 euro."

Over welk artikel spraken de man en de winkelier?

Ik zit niet in een eeuw, Wel in een jaar, Niet in een seizoen. Wel in een maand, Niet in een week. Wel in een dag.

Wat ben ik?

Een soort muis krijgt iedere maand tien kinderen en leeft precies drie maand. Je hebt een pasgeboren muis van dat soort. Hoeveel muizen heb je dan na twee jaar?