Een vermaarde, en tevens atletische, touwdief komt bij een - van binnen holle - toren waarin vanaf twee hijsogen in de zoldering twee even lange touwen vlak naast elkaar omlaag hangen. Hoe kan hij zoveel mogelijk touw bemachtigen? Hij heeft een mes bij zich.

Hij klimt helemaal omhoog in het ene touw. Snijdt het andere touw los van het oog, haalt het uiteinde door het oog, en knoopt het aan het opgetrokken uiteinde van het touw waarin hij omhoog geklommen is. Dan verplaatst hij zich naar het nu dubbele touw aan het andere oog en snijdt het eerste touw los. Vervolgens laat hij zich naar beneden zakken, en haalt het aan elkaar geknoopte touw door het oog omlaag. Resultaat: hij heeft zo (vrijwel) alle touw weten te bemachtigen!